Waai je mee? (0-3)

Doel van activiteit

Gebruik zintuigen – de beweging van de wind waarnemen/ervaren op een dag met veel wind. Blazen als nadoen van de wind.

Materiaal

  • Rest papier uit de papierbak, kranten, tijdschriften oud print papier
  • Verschillende diktes en soorten papier
  • Lijm of touw

Voorbereiding

  • Materiaal verzamelen
Image
Image

Activiteit 

Laat de kinderen (begeleid) spelen in de buitenruimte op een dag met veel wind. Leg de materialen bij je.

 

Vragen die je kunt stellen zijn

  • Bij het buitenspelen kinderen attenderen op de wind
  • Wat voel je/ waar voel je dat? lange haren/ je gezicht
  • Hoe klinkt de wind?
  • Waar komt de wind vandaan?
  • Waar gaat de wind naar toe?
  • Waar is de wind als je het niet waait?
  • Hoe ziet de wind eruit?
  • Wat zie je bewegen?
  • Hoe kun je de wind zien?
  • Stroken papier scheuren en laten wapperen /vliegen. Kinderen mee laten doen. Veel variatie in papier geeft andere ervaring.
  • Wat gebeurt er?
  • Wat gebeurt er bij langere en korte stroken/ dikker en dunner papier?
  • Wat gebeurt er als je het strookje loslaat?
  • Wat kun je nog meer laten waaien?

Suggesties voor verdieping 

  • Daarna binnen in een kring het verhaal vertellen en daarna terugkomen op de beleefde ervaring
  • Oude plastic zakken hiermee de wind "vangen".
  • Verhaal van Winnie the Pooh: Waaibomendag (boek)
  • Tekenen over de wind
  • Meerdere stookjes buiten ophangen
  • Filmen van de activiteit en samen over napraten
Image
Image
Image

Terug naar het overzicht

Wil je meer leuke lessen uit deze serie? Klik dan op het gele bordje met de zon.

Image